Aan het begin van dit nieuwe jaar wens ik met heel mijn hart vrede aan de volkeren en landen van de wereld, aan staatshoofden en regeringsleiders, aan verantwoordelijken van religieuze gemeenschappen en allen die verantwoordelijkheid dragen in de civiele samenleving. Ik wens vrede toe aan elke man en elke vrouw en aan elk kind, en bid dat het beeld en de gelijkenis van God in elke persoon ons in staat zal stellen elkaar wederkerig te erkennen als heilige gaven, bekleed met een onschatbare waardigheid. Laten we vooral in conflictsituaties deze “diepste waardigheid” [1] respecteren en actieve geweldloosheid tot onze manier van leven maken.
Dit is de vijftigste boodschap voor de Wereldvredesdag. In de eerste Vredesboodschap richtte de zalige paus Paulus VI zich tot alle volkeren en niet alleen tot de katholieken met een zeer duidelijke boodschap. “Vrede is de enige en ware weg tot menselijke vooruitgang – en niet de spanningen veroorzaakt door eerzuchtige nationalismen, noch de gewelddadige veroveringen, noch de onderdrukkingen die een valse maatschappelijke orde meebrengen”. Hij waarschuwde voor “het gevaar te denken, dat de internationale controverses niet kunnen worden opgelost met behulp van de rede, dus van onderhandelingen die steunen op recht, rechtvaardigheid en billijkheid, maar enkel met behulp van afschrikwekkend en moorddadig geweld.” In plaats daarvan roemde hij, met de woorden uit de encycliek Pacem in Terris van zijn voorganger de heilige Johannes XXIII, “de zin en liefde voor de vrede die steunt op waarheid, rechtvaardigheid, vrijheid en liefde”. [2] In de tussenliggende vijftig jaar hebben deze woorden niets aan betekenis of urgentie ingeboet.
Bij deze gelegenheid zou ik graag willen stilstaan bij geweldloosheid als een stijl van vredespolitiek. Ik vraag God ons allen te helpen om in onze meest persoonlijke gedachten en waarden geweldloosheid te cultiveren. Mogen het de liefde en de geweldloosheid zijn die bepalen hoe we met elkaar omgaan als individuen, binnen de samenleving en op het internationale vlak. Wanneer slachtoffers van geweld de verleiding weten te weerstaan om wraak te nemen, worden zij de meest geloofwaardige drijvende krachten van geweldloos werken aan vrede. Moge geweldloosheid, zowel op het meest lokale en gewone niveau als binnen de internationale orde, het kenmerk worden van onze beslissingen, onze relaties en onze acties, ja van het politieke leven in al zijn vormen.
Een gebroken wereld
Terwijl de vorige eeuw de verwoesting liet zien van twee moorddadige wereldoorlogen, de dreiging van een atoomoorlog en een groot aantal andere conflicten, zijn we momenteel triest genoeg in de greep van een afschuwelijke wereldoorlog die in stukjes en beetjes wordt uitgevochten. Het is niet eenvoudig te bepalen of onze wereld op dit moment meer of juist minder gewelddadig is dan in het verleden, of te weten of moderne communicatiemiddelen en grotere mobiliteit ons sterker bewust hebben gemaakt van geweld, of dat we er steeds meer gewend aan zijn geraakt.
Hoe dan ook, we weten dat dit geweld dat in stukjes en beetjes plaatsvindt, op verschillende manieren en niveaus, enorm veel lijden veroorzaakt: oorlogen in verschillende landen en werelddelen; terrorisme, georganiseerde misdaad en onverwachte gewelddadige acties; het misbruik dat migranten en slachtoffers van mensenhandel ondergaan; de verwoesting van het milieu. Waarheen leidt dit alles? Kan geweld enig doel met blijvende waarde tot stand brengen? Of leidt het altijd weer tot vergelding en een spiraal van dodelijke conflicten waarvan enkel een handjevol “oorlogsheren” profiteren?
Geweld is niet de oplossing voor onze gebroken wereld. Geweld beantwoorden met geweld leidt in het beste geval tot gedwongen migraties en enorm lijden, omdat kolossale hoeveelheden middelen worden ingezet voor militaire doeleinden en niet ten goede komen aan de dagelijkse noden van jonge mensen, families in moeilijkheden, de ouderen, de zieken, de grote meerderheid van mensen in onze wereld. In het ergste geval kan het leiden tot de dood, zowel lichamelijk als geestelijk, van veel mensen, zo niet van alle mensen.
Het goede nieuws
Jezus zelf leefde in een gewelddadige tijd. Desondanks leerde hij dat het menselijke hart het echte slagveld is waar geweld en vrede elkaar tegenkomen: want “uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten” (Mc. 7, 21). Maar de boodschap van Christus biedt op dit punt een radicaal positieve benadering. Onvermoeibaar verkondigde hij Gods onvoorwaardelijke liefde, die uitnodigend en vergevingsgezind is. Hij leerde zijn leerlingen om vijanden lief te hebben (vgl. Mt. 5, 44) en de andere wang aan te bieden (vgl. Mt. 5, 39). Toen hij degenen die de vrouw hadden betrapt op overspel ervan weerhield haar te stenigen (vgl. Joh. 8, 1-11), en toen hij de nacht voor zijn dood aan Petrus de opdracht gaf zijn zwaard terug in de schede te steken (vgl. Mt. 26, 52), toonde Jezus de weg van de geweldloosheid. Hij ging die weg tot het uiterste, tot het kruis. Hij werd zo onze vrede en maakte een eind aan de vijandschap (vgl. Efeziërs 2, 14-16). Wie het Goede Nieuws van Jezus aanvaardt, is in staat om het geweld in zichzelf te erkennen en om geheeld te worden door Gods genade. Op zijn beurt wordt zo iemand een instrument van verzoening. Om de woorden aan te halen van de heilige Franciscus van Assisi: “Wanneer jullie vrede verkondigen met woorden, zorg er dan voor dat er een nog grotere vrede heerst in jullie harten”. [3]
Wanneer men vandaag de dag werkelijk volgeling van Jezus wil zijn, betekent dat ook van harte zijn leer over geweldloosheid te aanvaarden. Zoals mijn voorganger Benedictus XVI opmerkte is die leer “realistisch, omdat ze rekening houdt met het feit dat er in de wereld teveel geweld, teveel ongerechtigheid is, en men deze situatie niet kan overwinnen tenzij door er een nog grotere liefde, een nog sterkere goedheid tegenover te plaatsen. Dit ‘grotere’ komt van God”. [4] Hij legt er vervolgens de nadruk op “dat de geweldloosheid voor de christenen geen louter tactisch gedrag is, maar een manier van zijn van de persoon, de houding van iemand die zozeer overtuigd is van de liefde van God en van zijn kracht, dat hij of zij niet bang is het kwaad te bestrijden met geen andere wapens dan die van de liefde en van de waarheid. De liefde voor de vijand vormt de kern van de ‘christelijke revolutie’”. [5] De evangelische opdracht om je vijanden lief te hebben (vgl. Lc. 6, 27) “wordt terecht beschouwd als de Magna Charta van de christelijke geweldloosheid, die er niet in bestaat dat men zich overgeeft aan het kwade…, maar in het beantwoorden van het kwade door het goede (vgl. Rom. 12, 17-21), om zo de keten van de ongerechtigheid te doorbreken.” [6]
Krachtiger dan geweld
Geweldloosheid wordt soms geassocieerd met capituleren, met gebrek aan betrokkenheid en met passiviteit, maar dat is het niet. Toen Moeder Teresa de Nobelprijs voor de Vrede ontving in 1979, gaf ze in haar toespraak een duidelijke, eigen boodschap van actieve geweldloosheid: “In onze familie hebben we geen bommen en geweren nodig, geen vernietiging om vrede te brengen – kom gewoon bij elkaar, heb elkaar lief… Dan zijn we in staat om alle kwaad dat er is in de wereld te overwinnen”. [7] De macht van wapens is immers bedrieglijk. “Terwijl wapenhandelaars hun werk doen, zijn er eenvoudige vredestichters die hun leven geven om iemand te helpen, en nog iemand en nog iemand en nog iemand”; voor zulke vredestichters is Moeder Teresa “een symbool, een icoon voor deze tijd”. [8] In september jongstleden viel mij de grote vreugde te beurt om haar tot heilige uit te roepen. Ik prees haar bereidheid om zichzelf beschikbaar te stellen aan allen “door middel van haar verwelkoming en verdediging van het menselijke leven, van het ongeboren leven en het leven van hen die zijn verlaten en gemarginaliseerd… Zij boog haar hoofd voor hen die terneergeslagen en aan de kant van de weg waren achtergelaten om te sterven; ze zag in hen hun door God gegeven waardigheid; ze sprak zich uit ten overstaan van de machtigen van deze wereld, opdat zij hun schuld zouden erkennen voor de misdaden – ja, misdaden! – van armoede die zij teweeg hebben gebracht”. [9] In antwoord hierop, maakte zij het tot haar missie – en zij representeert duizenden, zelfs miljoenen anderen – om met een genereuze toewijding de hand uit te steken naar de lijdenden, en elk gewond lichaam aan te raken en te verzorgen, elk gebroken leven te helen.
De daadkrachtige en consequente praktijk van geweldloosheid heeft tot indrukwekkende resultaten geleid. Wat Mahatma Gandhi en Khan Abdul Ghaffar Khan hebben bereikt bij de bevrijding van India, en Martin Luther King Jr bij zijn strijd tegen rassendiscriminatie, zal nooit worden vergeten. Vooral vrouwen zijn vaak geweldloze leidersfiguren, zoals bijvoorbeeld Leymah Gbowee dat was en de duizenden Liberiaanse vrouwen die ‘pray-ins’ en geweldloos protest organiseerden die resulteerden in vredesbesprekingen op hoog niveau om de tweede burgeroorlog in Liberia te beëindigen.
Evenmin kunnen we het gedenkwaardige decennium vergeten dat eindigde met de val van communistische regimes in Europa. Christelijke gemeenschappen hebben daaraan een eigen bijdrage geleverd met hun indringend gebed en moedige actie. Vooral invloedrijk waren het geestelijk ambt en de verkondiging van de heilige Johannes Paulus II. Terugblikkend op de gebeurtenissen van 1989 in zijn encycliek Centesimus Annus (1991), besteedde mijn voorganger speciaal aandacht aan het feit dat een ingrijpende verandering in het leven van mensen, naties en landen tot stand was gekomen “door middel van vreedzaam protest, waarbij alleen de wapens van waarheid en gerechtigheid waren gebruikt”. [10] Deze vreedzame politieke overgang werd deels mogelijk gemaakt “door de geweldloze inzet van mensen die, terwijl zij steeds geweigerd hebben te wijken voor de macht van het geweld, iedere keer doeltreffende vormen hebben weten te vinden om getuigenis af te leggen van de waarheid. ” Johannes Paulus II schreef vervolgens: “Mogen de mensen leren zonder geweld te strijden voor de rechtvaardigheid, niet meegaan in de klassenstrijd bij binnenlandse tegenstellingen en afzien van de oorlog bij internationale tegenstellingen.” [11]
De Kerk heeft zich in veel landen ingezet voor de verwezenlijking van geweldloze strategieën ter bevordering van de vrede. De meest gewelddadige partijen werden zelfs betrokken bij het streven om een rechtvaardige en blijvende vrede tot stand te brengen.
Dit soort inspanningen ten behoeve van slachtoffers van onrecht en geweld zijn niet alleen toe te schrijven aan de katholieke Kerk, maar zijn ook eigen aan verschillende religieuze tradities voor wie “compassie en geweldloosheid essentiële elementen zijn die de weg ten leven aanwijzen”. [12] Ik wil opnieuw met nadruk bevestigen: “Geen enkele religie is terroristisch”. [13] Geweld ontwijdt de naam van God. [14] Laten we nooit moe worden te herhalen: “De naam van God kan niet worden gebruikt om geweld te rechtvaardigen. Slechts vrede is heilig. Slechts vrede is heilig, niet de oorlog!” [15]
De wortels van een politiek van geweldloosheid in het familieleven
Als geweld zijn oorsprong heeft in het menselijke hart, dan is het van fundamenteel belang dat geweldloosheid allereerst in praktijk wordt gebracht binnen families. Dit maakt deel uit van die vreugde van de liefde die ik afgelopen maart heb beschreven in mijn exhortatie Amoris Laetitia, tot stand gekomen na twee jaar waarin de Kerk heeft nagedacht over het huwelijk en de familie. De familie is de onmisbare smeltkroes waarin echtgenoten, ouders en kinderen, broers en zussen, leren communiceren en grootmoedige betrokkenheid tonen voor elkaar, en waar spanningen en zelfs conflicten niet met geweld moeten worden opgelost maar door middel van dialoog, respect, zorg voor het welzijn van de ander, barmhartigheid en vergevingsgezindheid. [16] Vanuit de familiekring vloeit de vreugde van de liefde uit naar de wereld en heeft een uitstraling naar de gehele samenleving. [17] Een ethiek van broederschap en vreedzaam samenleven tussen individuen en volkeren kan niet gebaseerd zijn op de logica van angst, geweld en een gesloten houding, maar op verantwoordelijkheidsgevoel, respect en een oprechte dialoog. Daarom pleit ik ook voor ontwapening en voor het verbod en de afschaffing van nucleaire wapens: nucleaire afschrikking en de dreiging van een gegarandeerde wederzijdse vernietiging zijn niet in staat de grondslag te vormen van dit soort ethiek. [18] Ik pleit met net zoveel aandrang voor een eind aan huiselijk geweld en het misbruik van vrouwen en kinderen.
Het Jubeljaar van Barmhartigheid dat ten einde liep in november moedigde ieder van ons aan om diep in onszelf te kijken en toe te staan dat Gods barmhartigheid er binnentreedt. Het Jubeljaar opende onze ogen voor de vele, diverse mensen en sociale groepen die worden bejegend met onverschilligheid en slachtoffer zijn van onrecht en geweld. Ook zij maken deel uit van onze “familie”; ook zij zijn onze broeders en zusters. De weg van geweldloosheid moet thuis beginnen en zich dan verder verspreiden over de gehele mensenfamilie. “De heilige Theresia van Lisieux nodigt ons uit de kleine weg van de liefde in de praktijk te brengen, nooit de kans te missen voor een vriendelijk woord, een glimlach of een klein gebaar dat vrede en vriendschap zaait. Een integrale ecologie wordt ook gevormd door eenvoudige dagelijkse handelingen die breken met de logica van geweld, uitbuiting en egoïsme”. [19]
Mijn uitnodiging
Werken aan vrede door middel van actieve geweldloosheid is de natuurlijke en noodzakelijke aanvulling voor de ononderbroken inspanningen van de Kerk om het gebruik van geweld terug te dringen door ethische waarden toe te passen. Dit doet zij door deel te nemen aan het werk van internationale instellingen en door de bekwame bijdrage van zoveel christenen aan het opstellen van wetgeving op alle niveaus. Jezus zelf biedt een “handleiding” voor deze strategie van werken aan vrede in de Bergrede. De acht Zaligsprekingen (vgl. Mt. 5, 3-10) schetsen het beeld van een mens die we kunnen omschrijven als gezegend, goed en waarachtig. Zalig de zachtmoedigen, zegt Jezus ons, de barmhartigen en de vredestichters, de zuiveren van hart en zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid.
Dit is ook een programma en een uitdaging voor politieke en religieuze leiders, leiders van internationale instellingen, en leidinggevenden binnen het zakenleven en de media wereldwijd: om de Zaligsprekingen toe te passen bij het uitoefenen van hun verantwoordelijkheden. Het is een uitdaging om de samenleving, gemeenschappen en bedrijven op te bouwen door te handelen als vredestichters. Het betekent barmhartigheid tonen door te weigeren mensen af te danken, het milieu te beschadigen of ten koste van alles winst te willen opstrijken. Dit vereist “de bereidheid een conflict te doorstaan, op te lossen en om te vormen tot een schakel in een keten van een nieuw proces”. [20] Zo te werk gaan betekent kiezen voor solidariteit als een wijze om geschiedenis te schrijven en vriendschap op sociaal vlak tot stand te brengen. Actieve geweldloosheid is een manier om te laten zien dat eenheid waarlijk krachtiger is en vruchtbaarder dan conflict. Alles in de wereld is onderling met elkaar verbonden. [21] Natuurlijk kunnen verschillen leiden tot spanningen. Maar laten we er op een opbouwende en geweldloze manier mee omgaan, zodat “spanningen en tegenstellingen tot een pluriforme eenheid kunnen komen die nieuw leven schept,” terwijl we vasthouden aan “wat waardevol en nuttig kan zijn voor beide kanten”. [22]
Ik zeg de steun toe van de katholieke Kerk bij elke inspanning om te werken aan vrede door middel van actieve en creatieve geweldloosheid. Op 1 januari 2017 zal de nieuwe Dikasterie voor de Promotie van de Integrale Menselijke Ontwikkeling haar werk beginnen. Deze zal de Kerk helpen om steeds doeltreffender “de onschatbare weldaden van gerechtigheid, vrede en de zorg voor de schepping” te bevorderen, en de zorg op te nemen voor “de migranten, de hulpbehoevenden, de zieken, de uitgeslotenen en gemarginaliseerden, de gevangenen en werklozen, en ook de slachtoffers van gewapend geweld, natuurrampen en alle vormen van slavernij en marteling”. [23] Elke actie op dit vlak, hoe bescheiden ook, helpt om een wereld te bouwen die vrij is van geweld, de eerste stap naar rechtvaardigheid en vrede.
Conclusie
Zoals gebruikelijk, onderteken ik deze boodschap op 8 december, het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd Maria. Maria is de Koningin van de Vrede. Bij de geboorte van haar Zoon, prezen de engelen God en wensten zij vrede op aarde aan de mannen en vrouwen van goede wil (vgl. Lc. 2, 14). Vragen we aan Maria onze gids te zijn.
“Wij allen willen vrede. Veel mensen bouwen de vrede elke dag op met kleine gebaren en daden. Velen van hen lijden, maar gaan desondanks geduldig door met hun inspanningen om vredestichters te zijn”. [24] Mogen wij ons in 2017 op contemplatieve en actieve manier wijden aan het verbannen van geweld uit onze harten, woorden en daden, en om geweldloze mensen te worden en geweldloze gemeenschappen op te bouwen die zorg dragen voor ons gemeenschappelijk huis. “Niets is onmogelijk als we ons tot God wenden in gebed. Iedereen kan bewerker van vrede worden”. [25]
Vanuit het Vaticaan, 8 december 2016
[1] Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium, 228.
[2] PAULUS VI, Boodschap voor de Eerste Wereldvredesdag, 1 januari 1968.
[3] “De legende van de drie gezellen”, Fonti Francescane, No. 1469.
[4] BENEDICTUS XVI, Angelus, 18 februari 2007.
[5] Ibid.
[6] Ibid.
[7] MOEDER TERESA, Toespraak bij de Nobelprijs, 11 december 1979.
[8] Meditatie, “De Weg naar Vrede”, Kapel van Domus Sanctae Marthae, 19 november 2015.
[9] Preek ter gelegenheid van de heiligverklaring van Moeder Teresa van Calcutta, 4 september 2016.
[10] No. 23.
[11] Ibid.
[12] Toespraak tot de Vertegenwoordigers van Verschillende Religies, 3 november 2016.
[13] Toespraak tot de Derde Wereldvergadering van Volksbewegingen, 5 november 2016.
[14] Vgl. Toespraak tot de Interreligieuze Bijeenkomst met de Sheikh van de Moslims van de Caucasus en Vertegenwoordigers van Verschillende Religieuze Gemeenschappen, Baku, 2 oktober 2016.
[15] Toespraak in Assisi, 20 oktober 2016.
[16] Vgl Post-Synodale Apostolische Exhortatie Amoris Laetitia, 90-130.
[17] Vgl. ibid., 133, 194, 234.
[18] Vgl. Boodschap voor de Conferentie over de Humanitaire Impact van Nucleaire Wapens, 7 december 2014.
[19] Encycliek Laudato Si’, 230.
[20] Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium, 227.
[21] Vgl. Encycliek Laudato Si’, 16, 117, 138.
[22] Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium, 228.
[23] Apostolische Brief, uitgegeven als Motu Proprio bij de instelling van de Dicasterie voor de Bevordering van Integrale Menselijke Ontwikkeling, 17 augustus 2016.
[24] Regina Coeli, Bethlehem, 25 mei 2014.
[25] Oproep, Assisi, 20 september 2016.
Vertaling naar het Nederlands door Konferentie Nederlandse Religieuzen i.s.m. PAX en Pax Christi Vlaanderen.